Koelers

Laboratoriumkoelers zijn apparaten die in een chemisch laboratorium worden gebruikt om gassen en dampen te condenseren. Afhankelijk van het beoogde gebruik en de werktemperatuur worden verschillende soorten koelers gebruikt. Het koeleffect is gebaseerd op warmteoverdrachtsprocessen op de koeloppervlakken van de koeler. Naast de koelvloeistoftemperatuur is een belangrijk criterium voor het koeleffect de grootte van het koeloppervlak, aangezien de hoeveelheid warmte die kan worden overgedragen evenredig is met het oppervlak van de koeler. Het koeloppervlak is een belangrijk ontwerpkenmerk van een koeler. Grote koeloppervlakken worden bereikt door speciale vormen zoals koelspiralen.

Qua toepassing wordt onderscheid gemaakt tussen productkoelers en refluxkoelers. In het eerste geval wordt het bij de destillatie ontstane condensaat als product afgevoerd. Daarentegen zijn refluxcondensors ontworpen om de dampen te condenseren en terug te voeren naar de destillatiekolf.

Productkoelers, zoals Liebig-koelers of serpentinekoelers, worden “dalend” gebruikt om het destillaat te scheiden, dat wordt opgevangen in een opvangvat, eventueel met behulp van een spin of een aanval volgens Anschütz-Thiele.

De Dimroth-koeler bestaat uit een koelspiraal die zich in een leiding bevindt. Dit type koeler heeft een groot koeloppervlak en wordt voornamelijk gebruikt als refluxkoeler, maar kan ook gebruikt worden als productkoeler. Het is vernoemd naar Otto Dimroth.

Door het gebruiken van onze website, ga je akkoord met het gebruik van cookies om onze website te verbeteren. Dit bericht verbergen Meer over cookies »